De werknemer moet voorkomen dat hij verwijtbaar werkloos wordt. De werknemer is verwijtbaar werkloos als aan zijn ontslag een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 Burgerlijk Wetboek ten grondslag ligt, of als de dienstbetrekking is geëindigd door of op verzoek van de werknemer, zonder dat er sprake was van zodanige bezwaren dat voortzetting van de dienstbetrekking redelijkerwijs niet gevergd kon worden. De Centrale Raad van Beroep gaat niet zo maar af op de door partijen gegeven kwalificatie van de dringende reden. Het gaat om de materiële aspecten. Als blijkt, zoals in de onderhavige uitspraak, dat de werknemer ten onrechte
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.