De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 1 november 2000 in hoger beroep een uitspraak gedaan over de vraag of er sprake was van misbruik van bevoegdheid bij ontslag van een werknemer tijdens de proeftijdperiode. De Kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid en dat de werkgever ook niet in strijd had gehandeld met het goed werkgeverschap. In hoger beroep heeft de Rechtbank de uitspraak van de Kantonrechter vernietigd en heeft de werknemer een schadevergoeding toegekend van drie bruto maandsalarissen omdat de werkgever heeft gehandeld in strijd met het goed werkgeverschap.