Een stakingswinstlijfrente wordt aangekocht in juli 1999, terwijl de stakingswinst over het jaar 1998 aangegeven had moeten worden. De zesmaandstermijn was hiermee overschreden. De Inspecteur wilde de aftrek van de lijfrentekoopsom daarom niet toestaan. In beroep keurde het hof Amsterdam de aftrek goed, omdat de (niet fiscaal onderlegde) belastingplichtige verkeerd was voorgelicht door zijn adviseur. De Hoge Raad verwierp de motivatie van het hof en verwees de zaak terug naar het hof 's-Gravenhage. Dit hof heeft nu geoordeeld dat lid b van artikel 3.1 uit het besluit van 2004 van toepassing is: aftrek is mogelijk ondanks overschrijding van de zesmaandstermijn.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.