Een werkgever stelt een werknemer gedurende een periode vrij van de verplichting om arbeid te verrichten. Gedurende deze periode gaat de werknemer met vakantie. Na het einde van de arbeidsovereenkomst brengt de werkgever de genoten vakantiedagen van de werknemer in mindering op het vakantietegoed. De werknemer vindt dat hij geen vakantiedagen heeft opgenomen, omdat hij is vrijgesteld van de verplichting om arbeid te verrichten. Op 7 januari 2004 oordeelde de kantonrechter te Tilburg dat de werkgever de vakantiedagen terecht van het vakantietegoed van de werknemer afboekte.
Vrijstelling van arbeid en vakantiedagen
Feiten
Een 55 jaar oude werknemer is
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.