In een uitspraak van 21 april 2006 verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep ingesteld tegen de beslissing van het gerechtshof, waarin wordt geoordeeld dat het de werkneemster niet vrij staat om in strijd met de beëindigingsovereenkomst een loonvordering in te stellen.
Beëindigingsovereenkomst en verweer in geregelde ontbindingsprocedure
Feiten
Een werkneemster is met ingang van 1 juli 2001 als advocaat-stagiaire in dienst getreden bij een werkgever. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd, te weten tot 31 december 2002.
Tussen partijen rijzen geschillen en ter beslechting van die geschillen heeft de werkgever aan de werkneemster een vaststellingovereenkomst voorgelegd, die zij
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.