Een werkneemster wordt door haar baas tijdens een borrel seksueel geïntimideerd. Deze baas wordt ontslagen nadat een klachtencommissie het incident onderzocht heeft. Als gevolg van dit voorval is werkneemster langdurig arbeidsongeschikt geworden. Nadat de arbeidsovereenkomst met toestemming van de RDA is opgezegd, vordert werkneemster vergoeding van materiele en immateriële schade. De kantonrechter wijst de vergoeding van materiele schade toe op grond van het feit dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Ook is er volgens de kantonrechter plaats voor immateriële schadevergoeding gebaseerd op artikel 7:658 BW.
Samenloop kennelijk onredelijk ontslag en artikel 7:658 BW
Feiten
Begin 1996 wordt een
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.