Een piloot van de Koninklijke Luchtmacht ontvangt vanaf juli 1988 een bindingspremie bestaande uit een bedrag van zes maal ƒ 17.500,-. In 1989 wordt daarvan ƒ 63.000,- uitbetaald en in 1994 het resterende bedrag van ƒ 42.000,-. De belastinginspecteur stelt dat de premie belast is met het progressieve tarief. Het Gerechtshof te Leeuwarden is in zijn vonnis d.d. 14 maart 1997 van oordeel dat het bijzonder tarief van 45% van toepassing is aangezien de bedragen betrekking hebben op meerdere jaren en zijn genoten ter zake van het nalaten van werkzaamheden.