In zijn beschikking van 9 februari 2001, oordeelde de Kantonrechter te Nijmegen dat hij gezien de korte duur van de arbeidsovereenkomst, niet de kantonrechtersformule maar, mede gezien het verwijtbaar handelen van de werkgever, de billijkheid als uitgangspunt voor het vaststellen van de ontbindingsvergoeding neemt. Tevens wijst de Kantonrechter een substantiële vergoeding voor immateriële schade toe. Deze uitspraak is een vervolg op een eerdere beschikking van 8 december 2000.
Vaststelling ontbindingsvergoeding naar billijkheid
Feiten
Op 1 januari 1999 treedt de werkneemster als groepshoofd bij de werkgever in dienst. Eind 1999 ontstaat tussen haar en de groep waaraan zij leiding
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.