Een werknemer wordt door zijn werkgever op non-actief gesteld om een andere functie te vinden en wordt daarbij voor rekening van de werkgever begeleid door een outplacementbureau. Vervolgens wordt de arbeidsovereenkomst na verloop van tijd ontbonden zonder vergoeding. De uitvoeringsinstantie UWV ziet de outplacementbegeleiding als een verkapte beëindigingsvergoeding. Daarom ontvangt de werknemer gedurende een maand géén werkloosheidsuitkering. De Centrale Raad van Beroep is in zijn oordeel van 22 september 2004 van mening dat onder deze omstandigheden de kosten verbonden aan de outplacementbegeleiding niet als beëindigingsvergoeding mogen worden gezien.
Kosten outplacement geen beëindigingsvergoeding
Feiten
Een werknemer (geboren in 1960)
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.