In deze zaak was de vraag aan de orde of werknemers aanspraak konden maken op een hun toegezegde ontslagvergoeding. In alle gevallen (één in Amsterdam, tien in Utrecht) bood de werkgever, ABN Amro, de werknemers een vergoeding aan die afweek van wat zij op basis van de toegezegde regeling zouden ontvangen.
De Utrechtse kantonrechters oordeelden dat de werknemer zich aan zijn deel van de afspraak had gehouden – hij is op verzoek van de bank in dienst gebleven tijdens een vooraf afgebakende periode (de zogenaamde transitieperiode) – en heeft daarom recht op de vergoeding die indertijd aan hem is toegezegd.
Dient
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.