In artikel 34 van de WW is bepaald welke inkomsten van een uitkeringsgerechtigde gekort moeten worden op de uitkering WW. Het gaat om: inkomsten wegens loonderving, inkomsten wegens ouderdomspensioen en pensioenen van politieke ambtdragers. Onder ouderdomspensioen wordt hier verstaan een uit een vervulde dienstbetrekking voortvloeiende, in beginsel levenslange periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening. In een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 2 mei 2007 is nader aangegeven wat daar nu precies onder moet worden begrepen.
Ouderdomspensioen via werkgever mag gekort worden op WW-uitkering
Feiten
Een zeevarende op een tankschip van Shell werkt van 1964 tot februari
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.