Het schriftelijkheidsvereiste bij een beëindiging met wederzijds goedvinden
De gemeente Groningen verleent eervol ontslag aan een medewerker. De gemeente en de advocaat van de medewerker hadden voorafgaand aan dit ontslag onderhandeld over een vaststellingsovereenkomst. De advocaat had namens de medewerker ingestemd met een concept vaststellingsovereenkomst, waarna de gemeente twee ondertekende exemplaren van de vaststellingsovereenkomst naar de medewerker had gezonden. De medewerker heeft deze niet ondertekend en stelt dat de gemeente hierdoor niet tot ontslag kon besluiten. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen, waardoor ook het ontslagbesluit van de gemeente rechtsgeldig was.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.