A is, samen met B, bestuurder van bedrijf X. Aan X is een naheffingsaanslag opgelegd, die nooit is betaald. Als gevolg hiervan is A door de Ontvanger aansprakelijk gesteld op grond van de bestuurdersaansprakelijkheid. A is het hier niet mee eens. Hij stelt dat het in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is, dat de Ontvanger alleen hem, en niet B mede-aansprakelijk heeft gesteld. Bovendien is A van mening dat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de boete, de rente en de aanmaningskosten. Op 23 september 1999 stelt het Gerechtshof in Amsterdam A in het ongelijk. Op
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.