De President van de Rechtbank te Leeuwarden krijgt de vraag of de beëindiging van een uitzendrelatie door de inlener jegens de uitzendkracht onrechtmatig is. De president oordeelt op 2 maart 1999 dat zulks alleen het geval is indien sprake is van misbruik van de bevoegdheid bij het beëindigen van de terbeschikkingstelling.
Beëindiging uitzending door inlener niet onrechtmatig
Feiten
Een tweetal uitzendkrachten wordt door een uitzendbureau uitgezonden naar een opdrachtgever/inlener, X. Op 8 januari 1999 ontvangen deze uitzendkrachten van het uitzendbureau een brief over de gevolgen van de Wet Flexibiliteit en zekerheid. Deze brief geeft onder meer aan dat
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.