In een ontbindingsprocedure wordt voor de bepaling van de ontbindingsvergoeding gebruik gemaakt van de zogenaamde kantonrechtersformule. Volgens deze formule wegen de dienstjaren van de werknemer bij de werkgever volgens een bepaalde staffel. Dienstjaren voor het 40e levensjaar tellen voor 1, dienstjaren van het 40e levensjaar tot het 50e levensjaar voor 1,5, en elk dienstjaar vanaf het 50e levensjaar, telt voor 2. Op 22 oktober 1999 deed de Kantonrechter te Hilversum een uitspraak over de hantering van een lagere wegingsfactor, indien de werknemer na het 40e of 50e levensjaar bij de werkgever in dienst treedt.
Ontbindingsvergoeding: lager bij indiensttreding na 40e
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.