A is getrouwd met B. A werkt fulltime en B werkt onregelmatige diensten. Vanwege de onregelmatige diensten van B, is beroepsmatige opvang voor hun twee kinderen niet mogelijk. De kinderopvang is daarom door een schoonzus van A verzorgd. A heeft haar in 1995 ƒ 4.680 betaald. Hij wil dit bedrag aftrekken, maar de Belastingdienst weigert dit. Op 9 september 1998 stelt het Gerechtshof de Belastingdienst in het gelijk. Alleen de kosten voor beroepsmatige kinderopvang zijn aftrekbaar. Hieronder wordt verstaan de opvang door een kindercentrum (crèche) of een gastouder die is ingeschakeld via een gastouderbureau. De wetgever heeft de aftrek van de
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.