Een werkgever dient, na de afwijzing van een eerste verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer, een tweede zelfde verzoek in. Aan het tweede verzoek ligt een aantal feiten ten grondslag, waaronder kennelijk ook de eerder aangevoerde feiten. De werknemer stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter de werkgever niet ontvankelijk dient te verklaren. Op 27 november 2002 verklaart de Kantonrechter te Haarlem de werkgever ontvankelijk in zijn verzoek. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van de in het tweede verzoek aangevoerde feiten.