Op 11 januari 2001 oordeelde de Kantonrechter te Dordrecht over een vordering tot betaling van achterstallig salaris. De werknemer stelt dat de werkgever hem vanaf oktober 1999 eenzijdig en zonder overleg voor beduidend minder uren dan voorheen tewerk heeft gesteld. De werknemer vordert op basis van artikel 7:610b Burgerlijk Wetboek een salaris dat is afgestemd op een gemiddelde van de door hem verrichte arbeid per maand vóór oktober 1999. De Kantonrechter wijst de vordering van de werknemer toe. Hierbij gebruikt hij de gemiddelde arbeidsomvang per maand in het jaar vóór oktober 1999.
Rechtsvermoeden omvang arbeidsovereenkomst
Feiten
De werknemer
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.