De bij indiensttreding toegezegde opleiding tot operator heeft door de coronacrisis niet plaatsgevonden. De arbeidsovereenkomst van de werknemer werd daarom niet verlengd. De werknemer stapt naar de kantonrechter en vordert onder meer een billijke vergoeding op grond van artikel 7:673 lid 9 BW. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het verzoek van de werknemer tot toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen. Het niet starten van de opleiding was te wijten aan het feit dat als gevolg van de coronacrisis geen nieuwe opleidingen tot operator werden gestart. Dit