In artikel 28 WAO is bepaald dat het UWV een WAO-uitkering geheel of gedeeltelijk moet weigeren als de belanghebbende, kort samengevat: onvoldoende meewerkt aan zijn genezing; zich niet voldoende inspant om tot werkhervatting of re-integratie in ander werk te komen; zich niet houdt aan bepaalde voorschriften. Uit een uitspraak van 17 februari 2004 van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat artikel 28 WAO niet alleen van toepassing is op gedragingen na het moment dat de belanghebbende recht krijgt op WAO-uitkering. Ook handelen of nalaten tijdens de loonbetalingsperiode kan gevolgen hebben voor de WAO-uitkering.