Een werknemer woont in Nederland. De werkgever is in Duitsland gevestigd. De werknemer vordert betaling van provisie op grond van de arbeidsovereenkomst. In verband met de verjaring van provisie-aanspraken is van belang welk recht van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. Volgens de werkgever is het Duitse recht van toepassing en volgens de werknemer het Nederlandse recht. De kantonrechter heeft voor recht verklaard dat het Nederlandse recht van toepassing is. Naar het oordeel van het hof is echter het Duitse recht ingevolge art. 3 EVO krachtens impliciete rechtskeuze van partijen op de arbeidsovereenkomst van toepassing. Het hof heeft daarbij verwezen naar
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.