Loonvorderingen afgewezen
Een werkneemster is sinds eind 2011 arbeidsongeschikt en heeft een deel van deze periode in detentie doorgebracht. Tien maanden nadat de werkgever haar loondoorbetalingsverplichting heeft gestopt, stelt de werkneemster in kort geding een loonvordering in. Het verweer van de werkgever dat het spoedeisend belang ontbreekt, faalt, omdat juist vanwege het verstrijken van deze periode de financiële situatie nijpender is geworden. De kantonrechter wijst op 2 september 2014 de vordering af, onder meer vanwege de detentie van de werkneemster en het niet aannemelijk maken door de werkneemster dat zij haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.