Een werknemer bereikt in februari 2002 de leeftijd van 62 jaar. De ondernemings-CAO van de werkgever stelt pensionering op 62-jarige leeftijd verplicht. De bedrijfstak-CAO die vóór deze CAO van kracht was, stelde de pensioenleeftijd op 65 jaar. De werknemer verzoekt de werkgever door te mogen werken tot hij de leeftijd van 65 jaar bereikt. De werkgever wijst dit verzoek af. De werkgever laat de werknemer op 1 februari 2002 niet meer toe tot het werk. De werknemer vordert tewerkstelling en doorbetaling van het salaris. De kantonrechter te Amsterdam oordeelde over deze kwestie op 19 april 2002.
Verplichte pensionering 62-jarige leeftijd
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.