Een gedeeltelijk arbeidsongeschikte heeft feitelijke inkomsten uit arbeid. Dan maakt het UWV voor de schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid een vergelijking tussen zijn maatmanloon en het feitelijk verdiende loon per uur. In een uitspraak van 8 juli 2003 oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat er in zo'n geval geen reden is om het feitelijk verdiende uurloon te maximeren op het geïndexeerde maatmanloon. Dit geldt ook in een situatie waarin iemand gedeeltelijk zijn oorspronkelijke werk is blijven doen en zijn uurloon meer dan gemiddeld is gestegen.
Maximering feitelijke inkomsten per uur?
Feiten
De heer M werkt voltijds
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.