Een werkneemster is, zonder dat er sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst, in dienst als verkoopster bij een werkgever. Op een dag wordt zij door de werkgever beschuldigd van diefstal en wordt zij ontslagen. Voor de kantonrechter berust zij in het (niet rechtsgeldige) ontslag, maar vordert zij wel - onder meer – een billijke vergoeding. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, omdat partijen afgesproken hebben de arbeidsovereenkomst te verlengen. Hij kent de billijke vergoeding toe. De (kleine) werkgever wordt haar gebrek aan kennis van het