Een werkneemster werkt als uitzendkracht bij een inlener als garderobedame. De inlener deelt aan de werkgever mee dat de werkneemster te weinig representatief is om nog langer de functie van garderobedame te kunnen vervullen. Hij ontzegt haar vervolgens de toegang tot het werk. De werkneemster dient een klacht in bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) op grond van het feit dat de inlener onderscheid naar geslacht maakt, omdat de inlener andere schoonheidseisen stelt aan mannelijke werknemers. Op 22 augustus 2002 oordeelt de CGB dat door de inlener geen direct onderscheid is gemaakt tussen mannen en vrouwen, omdat de representativiteitseisen sekseneutraal
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.