Artikel 7:668a Burgerlijk Wetboek bepaalt dat wanneer meer dan drie overeenkomsten voor bepaalde tijd met dezelfde werkgever elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd, de vierde overeenkomst (voor bepaalde tijd) geacht moet worden er één te zijn voor onbepaalde tijd. In WW-zaken speelt soms de kwestie of er in een situatie van oproepovereenkomsten wel sprake is van een rechtsgeldige beëindiging van het dienstverband. Als dat niet zo is, heeft de betrokkene immers recht op loondoorbetaling en niet op een WW-uitkering. Op 5 oktober 2005 oordeelde de Centrale Raad van Beroep in een dergelijke zaak.
Ontstaan arbeidsovereenkomst
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.