Een vrouw werkt sinds 1978 in deeltijd maar zij wordt pas in 1992 als deelnemer in de pensioenregeling opgenomen. Vóór dat jaar sloot de pensioenregeling deeltijders namelijk van deelname uit. In 1992 start de vrouw een juridische procedure. Zij wil reparatie van de uitsluiting met terugwerkende kracht tot 1978. De Hoge Raad vindt dat gerechtvaardigd. Die oordeelt dat een lange verjaringstermijn van toepassing is; haar vordering is immers een vordering tot schadevergoeding. In het huidige Burgerlijk Wetboek is de lange verjaringstermijn 20 jaar, onder het oude Burgerlijk Wetboek, dat nog op deze zaak van toepassing is, geldt een lange verjaringstermijn
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.