Een werknemer is verwijtbaar werkloos geworden als hij zich zodanig verwijtbaar heeft gedragen dat hij redelijkerwijs heeft moeten begrijpen, dat dit gedrag de beëindiging van zijn dienstbetrekking tot gevolg zou kunnen hebben. In deze situatie schrijft de WW voor dat de uvi de uitkering blijvend geheel weigert, tenzij de gedraging de werknemer niet in overwegende mate kan worden verweten. In dat laatste geval wordt de uitkering gedurende 26 weken verlaagd van 70% naar 35% (dus een strafkorting van 50%).In een uitspraak van 21 februari 2001 oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat als een werknemer (na waarschuwingen) op staande voet
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.