Een werknemer werkt voor een Nederlandse werkgever een aantal jaren afwisselend in Nederland, België en Luxemburg. Uiteindelijk werkt de werknemer uitsluitend voor de Nederlandse werkgever in de Nederlandse vestiging. De kantonrechter ontbindt op enig moment desgevraagd de arbeidsovereenkomst en kent de werknemer een beëindigingsvergoeding van € 500.000 toe. De werkgever houdt op de gehele vergoeding belasting in. De werknemer vindt dat de belastingheffing over de beëindigingsvergoeding gedeeltelijk aan België en Luxemburg toekomt. Hij maakt bezwaar tegen de inhouding. De Belastingdienst stelt dat de gehele beëindigingsvergoeding in Nederland is belast. Op 11 juni 2004 oordeelde de Hoge Raad over deze zaak.
Belastingheffing
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.