Ontbinding op de a-grond: bedrijfseconomische noodzaak?
Een werkgever vraagt bij het UWV een ontslagvergunning aan voor elf werkneemsters. Vanwege een incorrecte invulling van het afspiegelingsbeginsel worden de vergunningen afgewezen. Daarop wendt de werkgever zich tot de kantonrechter en vraagt en krijgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werkneemster. De werkneemster gaat in hoger beroep. Het gerechtshof Den Haag oordeelt dat de bedrijfseconomische noodzaak voor de beëindiging van het dienstverband voldoende is onderbouwd, en dat de werkgever tevens voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen interne herplaatsingsmogelijkheden voorhanden zijn. Het Hof bekrachtigt op 22 november 2016 de bestreden beschikking.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.